Zo’n droom zet je aan het denken. Was het een noodkreet? Had het handgemeen enkel als doel dat briefje in mijn zak te krijgen? Stel dat iemand hulp nodig heeft, maar die niet openlijk kan vragen. In mijn werk gebeurt dat zelden: mensen, die met een beveiligingskwestie zitten, komen gewoon advies vragen. Maar buiten mijn directe werkzaamheden kan het wel voorkomen. We beheren immers een krankzinnige hoeveelheid gegevens, en dat trekt soms de aandacht van criminelen.

Even een stukje uit een NOS-bericht van 20 augustus: “Een Amsterdamse gemeenteambtenaar die vastzit op verdenking van corruptie en medeplichtigheid aan explosies heeft op grote schaal gegevens verkocht aan criminelen, stelt het Openbaar Ministerie. Die criminelen pleegden vervolgens aanslagen of veroorzaakten explosies op tientallen adressen die hij had aangeleverd.”

In dit geval lijkt het een bewuste keuze van de ambtenaar om met criminelen in zee te gaan. Het komt echter ook voor dat mensen, die een functie hebben met toegang tot bepaalde gegevens, door criminelen worden benaderd. En dat gebeurt heus niet altijd recht-toe-recht-aan. Criminelen worden eerst ‘vrienden’, helpen je ergens mee, zoeken een zwakke plek. Een poosje later wordt een kleine wederdienst gevraagd: “Mijn auto is geramd, ik heb een kenteken, maar de politie doet niets. Jij hebt toch toegang tot die gegevens?”

Als je eenmaal hebt geholpen, zit je klem. Je wilt stoppen, maar je ‘vriend’ dreigt: als je niet meewerkt, komt je baas erachter. Zo’n situatie lijkt uitzichtloos, maar er is altijd hulp beschikbaar. Je hoeft daarvoor niet in mijn dromen te verschijnen. Zoek op ‘ondermijning’ – dat kan je op weg helpen, wellicht ook binnen je eigen organisatie. Doe iets voordat het écht te laat is.

En voor wie denkt dat dit hen niet raakt: je weet nooit wie jouw pad in de toekomst zal kruisen.

Initiatiefnemers: