Het gebruik van open source intelligence (Osint) in hoog-risico domeinen begint steeds meer gemeengoed te worden. Te denken valt aan wetshandhaving en militaire toepassingen, zoals het opsporen van fraudegevallen en terroristische dreigingen. ‘Het gebruik van Osint voor recherchewerk, met name cold cases, is nog grotendeels onontgonnen terrein,’ zegt Swikar Bhandari. ‘Maar er zijn al wel enkele aansprekende successen geboekt.’

Een goed voorbeeld is forensisch-genetische genealogie. Hier worden DNA-databases gebruikt met daarin de genetische gegevens van burgervrijwilligers. Deze databases zijn zeer bruikbaar gebleken bij het identificeren van vermiste en ongeïdentificeerde personen. Maar ze hebben ook daders helpen opsporen die voorheen nog wegkwamen met hun misdaden.

Combineren van diverse bronnen

Promovendus Swikar Bhandari, lid van de groep Data Management and Biometrics (DMB) van de Universiteit Twente (UT), benadrukt dat je informatie uit open bronnen zoals internet niet zomaar op het eerste gezicht kunt vertrouwen. Daarvoor zijn de problemen betreffende de betrouwbaarheid, inconsistentie en dubbelzinnigheid van de inputgegevens te groot. Om toch tot een betrouwbaar Osint-gebaseerd systeem te komen, ontwierp en implementeerde Swikar het concept probabilistische data-integratie. Dit moet helpen de onzekerheid van de aldus afgeleide informatie binnen de perken te houden.

Daarnaast zet hij in op crowdsourcing en burgerwetenschap. ‘Dit is een volkomen nieuwe sociaal-technologische benadering,’ zegt Swikar. ‘Het doel is een ​​systeem te ontwerpen waarin de samenwerking met burgers zijn vruchten afwerpt. Zij worden actief begeleid bij het verzamelen en evalueren van kwalitatief hoogstaande input om zo tot bruikbare informatie en nieuw bewijsmateriaal te komen.’

Vernieuwende methoden

Swikar en zijn collega’s werken toe naar een semi-automatisch systeem dat in de toekomst cold cases kan helpen heropenen. Het moet rechercheurs helpen daders van gruwelijke misdaden alsnog op te sporen en te identificeren. Het systeem zoekt naar data en koppelt de data intelligent aan elkaar ten einde te komen tot waardevol nieuw bewijsmateriaal.

Om veilig en verantwoord gebruik te garanderen, verkent Swikar nieuwe methodologische wegen om open-sourcegegevens op kwalitatief hoogstaand niveau te evalueren. ‘Ethische afwegingen spelen daarbij een rol,’ zegt hij. ‘Ethische en juridische implicaties van het verzamelen van open-sourcegegevens zijn en blijven fundamentele aandachtspunten.’

Multidisciplinaire benadering

Vanwege het multidisciplinaire karakter van zijn project werkt Swikar samen met de sectie Filosofie van de afdeling Technologie, Beleid en Wetenschap (TPS) van de UT-faculteit Gedragswetenschappen. Ook de onderzoeksgroep Technologies for Criminal Investigations van Saxion Hogeschool en de Politieacademie in Apeldoorn zijn aangesloten.

‘Technologische en filosofische perspectieven maken beide deel uit van mijn wetenschappelijke output,’ zegt Swikar. Hij presenteerde zijn eerste onderzoeksresultaten op de jaarlijkse conferentie Homicide Research Working in juni 2024 te Florida, met als thema: het gebruik van technologie en andere innovatieve methoden. In zijn paper legde hij uit hoe het inpassen van solvabiliteitsfactoren de datakwaliteit bij opsporingsdatabases voor moordgevallen kan verbeteren.

Motivatie

‘Op dit moment werk ik aan het valideren van bestaande methoden. Ik maak een vergelijkende analyse van uiteenlopende narratieve benaderingen in meerdere bekende moordzaken,’ zegt Swikar. Al op jonge leeftijd raakte hij gefascineerd door het idee om technologie te gebruiken voor criminaliteitsonderzoek. Na het halen van zijn masterdiploma ging hij in Europa op zoek naar een PhD-positie die paste bij zijn interesse. ‘Het project aan de UT sloot daar in alle opzichten ongelooflijk goed bij aan.’

Initiatiefnemers: